Casper is naar het vervolgonderwijs, hij heeft het er naar zijn zin. Enthousiast vertelt hij over zijn ervaringen.
Op mijn vraag naar de outfits, legt hij uit: “Je mag alles dragen, maar geen racistische kleren of shirts met rotte opmerkingen zoals motherfucker.
Uit zijn hoofd somt hij het rooster op. “Ik ben de levende plattegrond, de klas vraagt: “wat hebben we het volgende uur”, ik zeg het vak en dan lopen ze achter me aan, want ik weet de weg,
Hij vraagt me mee te gaan naar boven en hem met wiskunde te helpen, mijn hulp heeft hij helemaal niet nodig, maar een praatpaal wel. Om de drie zinnen, zucht hij:”Ik haat dit.” Vervolgens gaat hij weer verder.
We nemen de vakken en het docentenbestand door. “Ze verschillen wel hoor, sommigen heel streng en anderen niet.
Bij aardrijkskunde hebben de andere leerlingen lekker rust, want ik discussieer met de leraar. Ik weet ook wel wat hoor. En hij geeft me antwoord, want volgens zijn code moet je een leerling serieus nemen en niet afkatten.”