Kerstvakantie

Het is Kerstvakantie. Eerst hebben de kinderen een paar dagen in Dordrecht gelogeerd en nu gaan ze om beurten met mij uit.

Casper heeft voor Sinterklaas het boek “Oorlogswinter” door Jan Terlouw gekregen en daar is nu een succesvolle film van gemaakt. Al eerder nodigde ik hem uit om met mij de film te bekijken, maar hij wilde eerst het boek uitlezen. En dan meteen blijkt het verschil tussen beide jongens.
Ik vraag Storm of hij nu het boek gaat lezen, maar hoofdschuddend over mijn onbegrip zegt hij:” Natuurlijk niet, ik weet nu toch waar het over gaat”. Ze zitten elk aan een kant naast me en Storm heeft vaak toelichting nodig, er is veel impliciet. De vecht- en executiescenes maken nauwelijks indruk, maar het afstropen van de huid van een haas en een close-up van een beenwond doen hem wegkijken.

In de hal ontmoet Casper een jongen die hij van vroeger kent (en moderne kinderen)! de mobiel wordt tevoorschijn gehaald en de wederzijdse nummers ingeprogrammeerd.
We gaan nog even wat drinken en praten na over de film. Het thema van de film is : wie/wat is goed en wat is slecht in oorlogstijd. Storm aarzelt geen moment: “Je houdt je gedeisd, je wil geen kogel door je kop.”
Casper meldt hij hij bang zou zijn, uit de buurt zou blijven, maar romanticus als hij is, stelt hij zich in zaken van leven en dood toch voor heldhaftig te zijn. 

Ze informeren nog even naar mijn eventuele heldendaden in de oorlog. Ik vertel over een voedseltocht, maar toen bleek dat de Duitsers mijn voedsel niet hadden gepikt, verbleekte het avontuur. 

Ik breng de jongens thuis en neem Sarah mee. Ze logeert bij me, we gaan naar Holiday on Ice. In het busje naar huis, tatert ze tegen de chauffeur. Ze legt even uit dat die koude tas ingevroren voedsel voor mij bevat, want” “Mijn moeder heeft voor kok geleerd, ze heeft het wel nooit gedaan, maar zo kan Oma van haar kookkunst genieten.”

De volgende morgen komt ze nog op het onderwerp terug. “Een restaurantleider, dat is moeilijk toch.”
Ik beaam dat en zeg, dat haar beide ouders goede hersens hebben en ondernemend zijn. Dan vraag ik:”Ben je trots op ze.” Ze kijkt me nadenkend aan en antwoordt: “Dat weet ik eigenlijk niet, ik weet niet wat mijn eigen talenten zijn.”  


Geplaatst

in

door

Tags: