Sarah eist opheldering over de termen moeder, kind, oma, dochter, kleinkind.
Hoe zijn die functies nou te vereningingen in één persoon? Allereerst wil ze nu even voor eens en voor altijd vaststellen dat ze geen kleinkind meer is. Dat was ze, maar dat is voorbij. Nu is ze groot, tenminste halfgroot.
Mijn dubbelfunctie als moeder en grootmoeder snapt ze, maar Omajan een dochter? Het wordt duidelijk als we oude oma ten tonele voeren. Die kende ze. Maar over mijn moeder wil ze toch wat meer weten: “Was ze best wel leuk als moeder?” Je hebt kennelijk ook minder leuke. Haar eigen moeder kan de toets doorstaan, want : “Je kunt toch geen nieuwe moeder kopen.”