Casper en Jan zijn bij mij aan het werk. Ik heb een nieuw computerprogramma gevonden. De kinderen horen enkele geluiden, zien de bijbehorend plaatjes en moeten als deze verdwenen zijn een verhaal daarover vertellen. Ze moeten dezelfde volgorde aanhouden.
Jan beschrijft heel kort en prozaisch de feiten.
Casper doet dat ook één keer en dan vraagt hij: “Moet het echt kunnen of mag ik iets verzinnen?” En dan komt er een prachtig sprookje over een waterdruppel, die op reis gaat, in zee stort, de bliksem geeft hem een droom over meeuwen die hem meenemen in de lucht. Alle gevraagde elementen zitten erin. Ik geniet van zijn fantasie.