Aan het ontbijt hebben we boeiende gesprekken.
Storm verhaalt met verontwaardiging over Caspers misdaden.
Als ik het goed begrepen heb, heeft Cas de vorderingen in een bepaald spel gewist: die van Chaja, van Cas en van hemzelf.
Cas voedt op: “Storm, rustig maar, het is maar een spel.”
Storm verschiet van woede: “Niks maar een spel, wat jij gedaan hebt is SLECHT!”
Casper heeft een rijke fantasie en is regelmatig bang voor zijn opgeroepen monsters, slangen etc.
Ik vraag of hij weet dat ze niet echt bestaan en raad hem aan ze met zijn verstand weg te jagen.
Cas kijkt me aan en legt uit” Als je hoofd met hersens vol fantasie zit, kan je niet bij je gewone hersens.”