klanken/lettersof beelden


Casper heeft geaccepteerd dat ik regelmatig met hem oefen.
We zijn nu bezig met het verschil tussen de a en de aa.
Ik lees een woord van door mij gemaakte strookjes met a of aa -woorden op. Hij moet de goede rij kiezen. Als het klopt mag hij het woord in die rij neerleggen.

Om hem goed naar de klank te laten luisteren, heb ik naast bestaande woorden ook pseudowoorden gemaakt. Anders doet hij het op zijn geheugen.
Het gaat zonder haperen, een grote vooruitgang, want vier weken geleden kon hij dat nog niet.

Dan lees ik het woordje “kat”, zonder aarzelen wijst hij de a-rij aan. Als ik hem het strookje met het woord overhandig, onsteekt hij in verontwaardiging.
“Zo schrijf je dat niet bij ons op school, dat moet met een “s”. Ik probeer of hij misschien “kast” bedoelt, maar ze hebben nog geen woordjes met twee medeklinkers aan het eind geschreven.

Hij is echt boos op me. Hij weet het toch beter!
Chaja is even mee komen luisteren, ze vraagt hem het woord te schrijven zoals het van school moet.
Hij pakt een stuk papier en schrijft gedecideerd:”poes”.
Hoofdschuddend benadrukt hij nog eens hoe dom we zijn.




Geplaatst

in

door

Tags: