Casper heeft oorpijn en is een dagje thuis. Eerst haal ik Sarah, die mij stralend begroet. Dan ga ik Storm halen, dat bevalt hem wel; even niet de aandacht delen.
Altijd informeer ik eventjes of hij nog mijn “vriend van de wereld is”. Stralend bevestigt hij dat. Dan betrekt zijn koppie en hij zegt: “Maar soms is iemand je vriend niet meer. Ik mocht niet meedoen van Julian vandaag.” Als ik informeer waarom niet, antwoordt hij: ” Nou omdat ik saai ben, ze denken gewoon dat ik saai ben. Casper is cool, maar ik niet!”
Voor Casper heb ik een serie fotootjes van de familie meegenomen. Dan kan hij een telefoonboekje maken, fotootje en daarnaast het nummer. In één oogopslag inventariseert hij de collectie en zegt: dan moeten deze twee bij elkaar, die hebben hetzelfde nummer. Dat zijn de portretten van Lenie en Wim.