Chaja geeft mij een quasi standje: ” Je moet echt de muntjes innen voor ze het monsterspel mogen spelen en dat niet meer vergeten, hoor!”
Casper neemt het voor me op, legt uit dat het anders zat, houdt een heel verhaal en Chaja lacht : “Oh, ik mag niks kwaads van Omajan zeggen. ’t Is dat je mij de liefste vindt, maar dan komt zeker Omajan?” Nadenkend knikt Casper.
Dan ziet hij Jan Willem aan de overkant van de tafel zitten. Dat schept problemen in zijn ziel. Hij lacht zijn vader warm toe en zegt: “En jij bent de allerlaatste.”
Dat klinkt helemaal niet leuk, in onze taalbeleving komt eerst iedereen anders, zelfs de kat en dan pas… Maar Cas wil alleen maar zeggen; Direkt daarna kom jij en dat is de laatste van dat rijtje.
Storm heeft niet zo veel problemen met de taaluitingen van Cas. In voorkomende gevallen tolkt hij zelfs.
Casper vertelt : “De dag hierachter… … ” Storm verduidelijkt:”gisteren” en laat zijn grote broer het verhaal verder vertellen.
Ik had al vaker gelezen over tweelingen die een eigen onderlinge taal ontwikkeld hadden, die elkaar naadloos begrepen. Iets dergelijk lijkt tussen Cas en Storm te gebeuren.