de dinsdagen

Al een hele poos hebben onze dinsdagen een vast stramien. Onze: Tatsiana, Marian, Sarah, Storm en Casper.
Rond half elf meld ik me in de Noordhollandstraat. Als ik mijn sleutel in het slot steek, roept Sarah van boven “Oma.Oma.Oma en komt vast naar beneden.


Tatsiana denkt altijd dat ik verdroogd en uitgehongerd ben en biedt me thee of koffie én soep aan. Dat broodeten van ons, kan toch nooit goed zijn!
Sarah en Tatsiana hebben een warme verstandhouding, maar zodra ik binnen ben, is Tatsiana uit de gratie. Sarah wenst mijn schoot. Als ze de haar toekomende plek heeft veroverd, mogen wij best een beetje gaan lessen: Engelse grammatica of Nederlandse les uit Jip en Janneke, mits ik Sarah daar maar bij betrek. < br>Rond half twaalf vertrek ik naar school om Storm te halen. Tussen de jonge moeders, die mij na al die maanden nog nooit één woord hebben waardig gekeurd, tuur ik door de hekken naar de zandbak of ik de jongens ontwaar. De omheining van de speelplaats doet me denken aan de kooien van Amerikaanse gevangenissen. Net als hun bezittingen moet ook het kroost van de bewoners van Buitenveldert goed beveiligd zijn.

Het uitgaan van de klassen volgt een strakke logistiek: elke klas weet de volgorde, Juf staat bij de deur, als ze de ophaler van een kind ontdekt mag hij/zij weg, nadat er netjes een handje gegeven is.


Storm stormt op me af, controleert eerst even ongerust of ik de fiets wel bij me heb. Stel je voor dat hij moet lopen. Dan bezweert hij dat ik echt geen boodschappen hoef te doen. Dan moet hij immers dat stoeltje op en af.
Op naar het vaste ritueel: de visstal op het pleintje. Storm weet wat hij wil: hier en op andere plekken ook. Twee broodjes met makreel: één met en een zonder boter. De uitleg dat makreel vet is en dus geen boter behoeft, hoort hij aan en zegt :” MET boter!”
Samen nemen we 1 flesje frisdrank, twee rietjes. Storm kiest, niet alleen de smaak, maar ook de kleur van de rietjes en wie welke kleur krijgt.
“Ze” lopen toch al zo over je heen.
Bij mooi weer gaan we op de stoeltjes buiten zitten. En Storm converseert, bedingt dat we thuis spelletjes gaan doen of knutselen, maar dat ik niet met Tasiana mag gaan leren. Ik beloof beterschap.

Thuis rent hij naar de kast, doet hem open en maant mij een spelletje te kiezen. Ik vind dat hij de keus moet maken, maar daar begint hij niet aan. Maar… als ik een ongewenste aktiviteit kiest, protesteert hij heftig.
Heel geconcentreerd speelt en kleurt hij, handig probeert hij een beetje vals te spelen om te winnen en ontkent zijn gesjoemel in alle toonaarden. < br>Om kwart voor drie vertrek ik weer naar de BMS. Als Casper me ziet, roept hij heel enthousiast naar zijn jif:Omajan is er, Omajan is er. Zijn eerste blik is naar de lucht. Als het mooi weer is, gaan we een ijsje eten. We verschillen soms in onze opvatting over mooi weer, maar ik zwicht gauw.
Bij de groenteman, die hem inmiddels kent, klimt hij op de stoel, vraagt het grote reclamebord, waarop alle ijsjes staan afgebeeld en kiest met zorg. Dan gaan we op de bank zitten. Als er een schoolgenoot voorbij komt, groet hij heel uitbundig, de meesten zijn wat verbaasd en reageren nauwelijks.
Thuis kruipt hij op de bank en laaft zich aan de televisie.


Geplaatst

in

door