buitengesloten

Casper viert – heel erg verlaat- zijn verjaardag met een slaapfeest. Sarah gaat naar een vriendin en Storm komt een nacht bij mij logeren.
Hij wordt zaterdagmorgen door Chaja gebracht. Op mijn enthousiaste begroeting reageert hij koeltjes. Op mijn vragen geeft hij één lettergrepige antwoorden. “Ja, goed, best, nee.”
Hij ontkent dat er iets is.

We nemen de Stop/Go, een bus die ons van mijn huis naar de grote Openbare bibliotheek brengt.
Gelaten hoort hij mijn positieve opmerkingen over de gevels, de oude winkel van Otto, het huis waar zijn vader en moeder samen begonnen zijn aan. Ik voel me een uitsloofster en dat vindt hij denk ik ook.

Ook de bibliotheek vermag hem niet in een andere stemming te brengen. Ondanks zijn protesten leen ik twee luisterboeken voor onderweg naar Zwitserland. En dan moeten we ook nog eens tergend lang op het busje wachten. “Boring, boring!” kan er nog net af. 

Weer thuis eet hij gelukkig wel met smaak. Dan gaat hij naar beneden om op mijn computer een spel te spelen. Rond 20.30 uur komt hij boven. “Ik mag om 21.30 uur naar bed. Als je me niet gelooft bel ik even naar huis, dan kan je het horen.”
Maar ik hoef hem niet te controleren. Trouwens bij oma mag je best iets wat je thuis niet mag. 

Maar daar ging het niet om, blijkt daarna. “Dan bel ik even om te vragen hoe het feestje is”
Hij voelt zich buitengesloten. Als ik laat merken dat ik begrijp hoe vervelend hij dat vindt, kruipt hij tegen me aan, trekt een fleece-deken over zich heen en spuit zijn verdriet. 

We kijken samen een dvd en om 21.30 maan ik hem. Hij rent nog even naar beneden en komt met iets achter zijn rug weer boven, dat hij snel onder de bank moffelt. Als ik vraag wat hij daar heeft, reageert hij : ” Als je dat weten mocht, had ik het wel voor me gehouden.”
Dan besluit hij me toch maar in vertrouwen te nemen. Hij heeft de pluchen hond, waar Casper tot voor kort mee sliep, opgehaald. Die moet mee naar bed.   
 
De volgende morgen ga ik om 9.00 uur kijken waar hij blijft. Stralend wordt hij wakker, in zijn armen de hond. Ik bied hem aan wat vaker een nachtje te komen om uit te slapen. Zoals altijd houdt hij een slag om de arm. “Misschien een idee” Maar dan somt hij op welk weekend hij niet kan.

En dan … mag hij zelf met de tram naar huis. Ik zet hem in lijn 5 en dapper zwaait hij.


Geplaatst

in

door