Een oud-collega van Chaja komt eten. Sarah speelt met een papieren vliegtuigje, gooit het zo ver mogelijk weg en produceert een hoop lawaai.
Op verzoek van haar ouders ( die een gesprek willen voeren) om naar boven te gaan als ze haar mond niet houdt, schudt ze haar hoofd en zegt:”Houden jullie je oren maar dicht.”
Op een gegeven moment moet ze aan haar taak: tafeldekken en ze trekt een lip, een smoel en zet de huilkraan open. JanWillem informeert of ze dat ook weer af kan zetten. In tranen en protesterende houding zet ze borden en bestek op tafel. JanWillem geeft haar opdracht de broers te waarschuwen dat het eten klaar is. Zelfs na een tweede keer maakt ze geen aanstalten. Chaja – aan de aanrecht – valt uit, zegt tegen haar echtgenoot dat hij zelf best even naar boven kan gaan. Sarak triomfeert, loopt naar haar moeder en slijmt: “Bedankt lieve mamma.”
Het gesprek komt op Sarahs verwarde haar. JanWillem doet leuk en dreigt haar met de tondeuse kaal te scheren en wijst op zijn eigen hoofd. ” Dat is voor jongens” corrigeert de dochter haar vader. “Ik ben een meisje.”
“Hoe weet je dat en waaraan kun je dat zien?” ” Nou jongens, die worden kaal als ze groot zijn!!!”