Met Sarah samen naar de jeugdherberg in Noordwijk. Stayokay hostel heet zo’n onderkomen nu. Een bizarre mengeling van soberheid, commer-cialisatie en saamhorigheid.
Een klein kamertje met een stapelbed, een tafeltje en een klein fonteintje in de hoek. WC op de gang en de douche in de volgende gang.
Een kale eetzaal en -niks verbroedering- een dubbelgevouwen kaart met je naam erop wijst je je plaats. En zeker twee stoelen tussen jou en een andere gast. Op klokslag 6uur aan tafel en eten zoals mijn moeder dat maakte: soep, aardappelen, doorgekookte groente, een schnitzel en een toetje uit een pak.
Maar de bediening is alleraardigst; jonge mensen, die kleurpotloden brengen voor Sarah en behulpzaam zijn bij alles.
Het strand is maar 1,5 km weg, maar dat is een stil strand, geen stoelen, geen versnaperingen, Dus fietsen we naar Noordwijk aan zee, 8 km door de duinen, goed geaccidenteerd terrein. Sarah fietst stevig mee en moedigt me helling op lachend aan.
Ze is zich bewust van haar bijdrage aan mijn geluk. ” Fijn dat ik er ben, oma, als je een eenling was, kon je met niemand praten, maar nu we een tweeling zijn wel!”
We drinken iets op een terras dat door een brede gang in twee delen is gescheiden. Als ik met de drankjes van het loket terugkom, zie ik haar niet. Op mijn geroep, klinkt haar antwoord: “Oma, ik zit op de rest van de helft.”
In de achtertuin van het hostel staat en stenen schaaktafel, elke avond neemt ze daarop plaats om haar “Sonic” boek bij te werken. ” Ik schrijf mijn dag op”
Na een dag koud weer, waarop ze dik aangekleed toch op het strand speelt, volgende stralende dagen. Ze kleedt zichzelf aan en uit en geniet van de golven.