Storm vraagt aan tafel of ik weet hoeveel 44 en 12 is. Op mijn hoofdschudden zegt hij :”56 natuurlijk.”
JanWillem moet altijd even plagen en informeert met een licht leedvermaak vooraf: ” En… 25 en 26 dan?” Dat slaat Storm niet uit het veld.
“Dat is overduidelijk” is zijn prompte antwoord. Even valt hij stil en zegt dan: “51!”
Benieuwd naar zijn strategie wil ik weten hoe hij dat uitgerekend heeft.
“Nou 20 + 20 is 40, 5 + 6 = 11 en samen dus 51.”
Het lijkt mij bijzonder voor zijn leeftijd, maar zeker ben ik er niet van. Van mijn collega’s, die jonge kinderen testen, wil ik horen of ik een blinde trotse oma ben. Maar zij bezweren dat dit echt heel bijzonder is.
Aan tafel praten we over Storms vriendje Felix. Storm heeft al een keer bij hem gelogeerd en Storm vertelt dat Felix nog niet bij iemand anders durft te logeren.
“Eerst komt hij wennen en eten en dan misschien…” Chaja valt in: “Je mag zelf weten of je blijft slapen, het is geen ..” en voor ze haar zin kan afmaken, roept Sarah: “speelgoed!”
Heeft ze dit vaker gehoord?
Casper gaat vooruit met lezen, onderweg probeert hij allerlei opschriften te ontcijferen.
Lenie heeft kaartjes voor de Efteling en omdat het in de herfstvakantie waanzinnig druk zal zijn, besluit Chaja om één keer de kinderen school te laten verzuimen.
Als ze dat aan Casper vertelt, barst hij in snikken uit” Dat is spijbelen, dat mag niet, dat is jokken en dat mag helemaal niet.”
Wat lijkt dit kind toch op Jeroen.