Wat Sarah in haar koppie heeft, heeft ze niet …

Ik werk mijn dinsdagse routine af, letters oefenen met Cas, een spelletje met Storm. Hij kiest: pesten, we schudden de kaarten, hij kijkt waar de jokers zitten en ziet kans om in zijn stapeltje twee jokers te frutselen.

Sarah wil ook kaarten. Verwontwaardigd wijst ze alles, behalve een kaartspel van de hand. Hoewel ze er uiteraard niks van snapt, houdt ze voet bij stuk, dit spel en niets anders.

Dus pakt ze een kaart, bestudeert die aandachtig en roept” Ja deze mag”.
Jan Willem arriveert, Chaja blijft werken en iedereen wordt aan tafel genood. Ik stop de kaarten in het doosje en terwijl ik naar de tafel loop, mijn rug naar Sarah, schudt ze de kaarten breeduit op de speeltafel.

Ze weigert aan tafel te komen, eerst wil ze de kaarten opruimen.
Jan Willem roept en dreigt nog een keer. Ik loop naar haar toe, maar ze denkt er niet over.

Ik loop terug naar de tafel en laat het probleem bij JW. Die besluit op te treden. Gillend wordt ze afgevoerd, naar boven, naar bed.

De stemming aan tafel is geladen, het gekrijs heeft op ons allemaal zijn uitwerking. Cas houdt het niet uit en begint een fantasie tegen JW. Dat is het laatste waar pa behoefte aan heeft en Cas wordt gemaand METEEN op te houden.

JW verdraagt het niet langer en gaat naar boven. Ze mag mee naar beneden als ze ophoudt met huilen en aan tafel komt.
Nasnikkend belooft ze dat. Maar… op de trap zegt ze hijgend van het huilen : “Eerst de kaarten opruimen.”


Geplaatst

in

door