Casper vindt het moeilijk om letters en klanken aan elkaar te koppelen. En dat moet je kunnen om te leren schrijven. Je moet de klanken van een woord immers omzetten in letters.
Wopke, de logopediste, wil graag dat hij veel oefent.
Ik ben een paar keer mee geweest om te kijken hoe ze dat doet, dan kan ik af en toe eens met hem oefenen.
Belangrijk is dat we de letters niet bij de naam, maar bij de klank noemen. De m zo als hij klinkt en geen ‘em’.
Casper heeft nu geaccepteerd dat ik met Wopke samenwerk. We gaan in JanWillems kantoor zitten, want daar ben ik “juf” en als hij op donderdag hier komt, werken we in Merels kantoor.
Zo heb ik plekken waar ik Omajan ben en waar ik voor Juf speel.
Voor mij is het een heel nieuwe ervaring, dit stukje van mijn vak is nieuw voor me.