Eerst Casper een half uur het Monsterspel en dan krijgt hij ook nog Storms half uur. Ik houd het niet uit om er bij te zitten, hoewel ze me wel op de hoogte willen houden van hun vorderingen. Sarah is met Petra in het Amsterdamse bos en ik kruip weg op de bank, sluit me zo goed mogelijk af van de aanvalskreten.
Dan volgt er geheim overleg over boterhammen. “Eerst met pindakaas, dan met hagelslag”, zegt Casper.
Samenzweerderig probeert Storm te fluisteren, maar dat is nog altijd volumeknop hoog: “Omajan kent mamma’s regels niet, we vragen gewoon meteen boterhammen met hagelslag.”
Ik schiet overeind en bied een compromis aan: “Half pindakaas, half hagelslag”.
Tegen bedtijd belt de Hermesschool en haalt Chaja weg bij Rainman, een ander computerspel, waar zij haar zonen naar een hoger level moet brengen. Ze loopt naar beneden.
Het is een belangrijk telefoongesprek en ik poog de heren boven te houden. Dat bevalt ze geeenszins en Storm wil telkens gaan vragen hoe lang het nog duurt.
Als ik hem lijflijk tegenhoud, roept hij: “Je bent de rottigste Oma van de hele wereld.”
Als ik ook nog verordonneer dat het bedtijd is, zet Storm ( voor de eerste keer vandaag) de sirene aan en wil zich bij Chaja gaan beklagen. Mijn blik verbiedt hem de trap af te gaan en gewikkkeld in het deurgordijn blijft hij boos zitten.
Ik ga op de bank voorlezen en doe dat zo hard, dat hij het ook kan verstaan. Schoorvoetend komt hij dichterbij en als ik naast me op de bank klop, kruipt hij dicht tegen me aan.
Boven aangekomen bekent hij zo moe te zijn dat hij zich niet meer zelf kan uitkleden en knuffelend ontkleed ik hem en stop hem in bed.