Het is een stralende herfstdag, 20 graden, strakblauwe lucht en zon en dat in oktober.
Dus.. ijsjes eten. Voor het eerst gaan we met z’n drieën naar de groenteman. Storm blijft nu ook op dinsdag over.
Storm wil het grootste ijsje, een lange lollie van verschillende kleuren ijs. Maar… hij wil ook aandacht, dus klept hij zonder ophouden. Ik moet bevestigen dat hij echt de grootste heeft ( het ijsje dan). Ik waarschuw dat hij straks zijn ijsje verliest, omdat die substantie nou eenmaal smelt.
Soms gebaar ik met mijn hand dat hij even zwijgen moet. Hij heeft echter geleerd dat je mag als je het netjes vraagt. Dus schettert hij: ” Mag ik nou even iets vragen?”. Op mijn bevestiging valt hij stil, eigenlijk hoeft hij niks te weten, maar wil attentie.
Ik bezweer dat ik geen huilpartij wil, als het ijsje valt, hij belooft dat en inderdaad als het lekkers ter aarde stort, gelukkig maar een restje, bijt hij op zijn tanden en kijkt van me weg.
Casper zegt: “Mag ik een vraagje stellen?” Wat training al vermag!
Dat vertelt hij honderduit over het monsterspel op de computer en wil graag dat ik dan bij hem kom zitten.
Ik loof het mooie weer, leg uit dat het wel eens de laatste dag van dit jaar kan zijn en verordonneer dat we eerst buiten gaan spelen.
Cast spant zich in om heel boos te kijken en zegt:” Boven voor het raam thuis, hangt een papier. Daarop staat: IEDEREEN MAG ZIJN EIGEN GANG GAAN. Daar kan ik het mee doen.